Warmtepompen, zonnepanelen, elektrische auto’s. Het is klein bier als je bedenkt dat de grootste CO2 -uitstoot komt van de industrie: eenderde van het totaal. Nedmag gaat de omslag nu maken en stapt over op waterstof. Maar kan de industrie eigenlijk wel over op groene stroom?
Achter de lage fabrieksgebouwen van Nedmag, vlakbij de golfbaan van Veendam, loopt directeur Bert Jan Bruning naar een blauw stalen bouwsel opgetrokken uit zeecontainers, en opent de deur. Er staat een doodgewone ketel achter, anderhalve man hoog, die wordt gebruikt voor een van de drogingsprocessen van magnesiumzout.
Bruning wijst naar het apparaat dat aan het uiteinde van de ketel zit: de vorm van een bladblazer, de kleur van een brandweerauto en het formaat van de achterbank van een kleine auto. ‘Dat is de brander. Deze werkt alleen op aardgas, en die gaan we in juni vervangen. De nieuwe kan zowel op waterstof als op aardgas.’
Het lijkt een kleine ingreep, maar voor Nedmag is het het begin van een grote ontwikkeling. Het bedrijf haalt sinds 1981 magnesiumzout onder de bodem van Veendam vandaan. De grondstof wordt gebruikt in voedingssupplementen voor zowel mens als dier, maar er worden ook hittebestendige stenen van gebakken. Voor het drogen van het zout en vooral voor het bakken van de stenen heeft Nedmag jaarlijks 50 miljoen kuub aardgas nodig, en wil overschakelen op groene waterstof. In 2035 moet dat proces voltooid zijn, vindt Bruning.
Alles wat over de toekomst van de waterstofeconomie wordt gezegd, is gigantisch. Onlangs maakte producent Yara, aan de andere kant van het land, in het Zeeuwse Sluiskil, bekend dat bij een klein deel van de productie van kunstmest overgeschakeld zal worden op groene waterstof. Die zal gemaakt worden met windstroom. Als de hele fabriek dat pad zou kiezen, zou Yara in zijn eentje in 2030 al eenderde van alle windstroom nodig hebben die dan op de Noordzee wordt gemaakt om in zijn behoefte aan waterstof te voorzien. Vergelijkbare kolossale plannen zijn er van Shell en van Tata Steel.
Klein project
Bij bespiegelingen over het verminderen van de uitstoot van broeikasgas gaat het al gauw over windmolens, zonnepanelen, warmtepompen en elektrische auto’s. Klein bier als je bedenkt dat de grootste uitstoot van broeikasgas komt van de industrie: eenderde van het totaal. En waar transport en elektriciteitsproductie al aardig bezig zijn met ontkolen, schiet het in de industrie niet op. In twee jaren (2018 en 2019) daalde de uitstoot in de elektriciteitssector met 13 procent. In de industrie met 1,5 procent.
Dus met zijn waterstofbrander mag Nedmag wel een pionier genoemd worden. Voorlopig gaat het nog maar om een klein project. De waterstof komt per vrachtauto van de nabij gelegen Hystock waterstofconversie-installatie van Gasunie in Zuidwending. Maar zou Nedmag zijn huidige productie helemaal omschakelen op groene waterstof, dan zou alleen al daarvoor bijna een kwart van een windpark op de Noordzee nodig zijn.
Bruning weet nog niet hoe dat allemaal moet vorm krijgen, maar veel alternatieven ziet hij niet. De vuurvaste stenen van Nedmag worden gebakken op 2.200 graden. Dat gaat niet met warmtepompen of aardwarmte, en zelfs niet met elektrische ovens. Dat gaat alleen met écht vuur. Als Bruning dat productieproces zonder fossiele brandstoffen wil doen, dan heeft hij maar twee mogelijkheden: biogas en groene waterstof. ‘In deze regio is wel wat biogas te krijgen, maar lang niet genoeg voor de hele productie. Dus hebben we gekozen voor waterstof.’
Dat gaat het bedrijf veel geld kosten. Voor het verstoken van aardgas heeft Nedmag emissierechten nodig. Dankzij het gulle beleid van Europa heeft het bedrijf nog tot 2027 genoeg gratis verkregen emissierechten op de plank liggen, maar daarna zal Nedmag ze moeten kopen.
Maar zelfs dan, denkt Bruning, zal de rekening voor waterstof nog altijd twee tot drie keer zo hoog zijn als die voor aardgas.
Maar waarom doet hij het dan?
‘We hebben in het Klimaatakkoord de opdracht gekregen op de uitstoot in 2030 met 50 procent te verminderen. Door gebruik te maken van biogas, zouden we misschien tot 30 procent reductie kunnen komen, meer niet. Dus we zullen wel moeten. We willen in 2035 helemaal over op waterstof. Dat is sneller dan de overheid van ons vraagt. Maar als je een te lange termijn kiest, gebeurt er gewoon niets.’
Klimaatvriendelijk
Hij heeft nog een reden. Met die energietransitie voor de deur ziet hij de bui al hangen. ‘We gaan op zoek naar producten die minder energie vergen en die een hogere toegevoegde waarde opleveren. We leveren nu al magnesiumzouten voor de mengvoederindustrie en voor de voedingsmiddelenindustrie, en dat willen we fors uitbreiden.’ In die markt, denkt Bruning, wordt het steeds belangrijker dat je kunt aantonen dat je product klimaatvriendelijk is. De productie van de hittebestendige stenen zal afnemen, verwacht hij.
De vervanging van de brander, in juni, is een eerste stapje. Het gaat maar om een paar procent van de energie die Nedmag gebruikt. ‘We moeten ervaring gaan opdoen. Als we niet gaan lopen, komt er geen pad. Waterstof staat aan het begin van zijn levenscyclus, en het duurt misschien wel dertig jaar voor het helemaal draait.’
Nedmag opereert niet in zijn eentje. Het heeft met zeven andere bedrijven in de regio, waaronder Avebe en Smurfitt Kappa, een consortium gevormd om de waterstofeconomie op gang te krijgen.
‘Als er genoeg vraag is naar waterstof, zijn energiebedrijven eerder genegen er ook in te investeren.’
Met al het nieuws over de steeds grotere plannen voor toepassing van groene waterstof zou je denken dat de vergroening van de industrie nu echt snel zal gaan, maar daar lijkt het vooralsnog niet op. De dadendrang van Nedmag is nog altijd uitzonderlijk.
Deze rapportage over Nedmag is geschreven door de Volkskrant. Lees het volledige artikel hier.
Meer informatie
Ga naar deze pagina voor meer informatie over het testen met waterstof bij Nedmag.