Op dinsdag 1 november is uitspraak gedaan in de beroepsprocedure die een aantal partijen hadden gestart tegen de door het ministerie van Economische Zaken en Klimaat afgegeven instemming met het Winningsplan 2018, de vergunning voor de aanleg van 2 winningsputten en de vergunning voor de uitbreiding en renovatie van de locatie Borgercompagnie. In totaal hebben deze partijen 28 bezwaren ingediend. De rechtbank heeft 3 bezwaren gegrond verklaard, met als gevolg dat de instemming met het winningsplan en ook de vergunning voor de aanleg van 2 winningsputten is vernietigd. Dat betekent dat Nedmag voorlopig nog geen water mag injecteren om zout op te lossen.
De volledige uitspraak van de Rechtbank in Den Haag over het beroep tegen de instemming met het winningsplan lees je hier. De uitspraak over het beroep tegen de instemming met de omgevingsvergunningen lees je hier.
De 3 bezwaren die de Rechtbank gegrond heeft verklaard zijn:
1) Laagfrequent geluid tijdens de boringen op WHC-1
De rechter stelt dat het ministerie en Nedmag voorafgaand aan de boringen op WHC-1 beter hadden moeten onderzoeken of er sprake zou zijn van laagfrequent geluid wat voor overlast zou kunnen zorgen. Daarom is de vergunning voor de boringen vernietigd. We hebben het geluid tijdens de boringen continu gemeten, zo weten we uit de praktijk dat er geen hinderlijk laagfrequent geluid is ontstaan. Voor toekomstige boringen zal Nedmag dit punt meenemen.
2) Actieve winning uit TR-9
Het ministerie van EZK heeft ingestemd met actieve winning uit TR-9. De rechter vraagt aan het ministerie om deze instemming beter te onderbouwen, omdat het Staatstoezicht op de Mijnen hierover negatief heeft geadviseerd. SodM wees in het negatieve advies op het mogelijk aaneengroeien van TR-9 met de cavernes van het TR-cluster. Nedmag heeft echter onderzocht dat aangroei aan het TR-cluster pas na 12 tot 23 jaar actieve winning mogelijk is. Daarom had het ministerie de actieve winning uit TR-9 in het winningsplan beperkt tot en met 2027.
3) Gevolgen van de bodemdaling voor de waterhuishouding
De rechtbank stelt vast dat het Waterschap Hunze en Aa’s negatief heeft geadviseerd over het winningsplan, met als reden dat de mate van verwachte bodemdaling niet voldoende gecompenseerd kan worden met waterhuishoudkundige maatregelen. In het instemmingsbesluit stemt het ministerie van EZK in met een maximale bodemdaling door zout- en gaswinning samen van 1,1 meter in het jaar 2080. De rechtbank oordeelt dat de instemming van het ministerie niet voldoende is onderbouwd. Tevens vindt de rechtbank dat het ministerie onvoldoende duidelijk heeft gemaakt dat er bij het onderzoek naar de aanpassing van de waterhuishouding ook rekening gehouden is met andere bodemdaling dan die door zoutwinning van Nedmag.
Gevolgen van de uitspraak
Het ministerie van EZK krijgt 12 weken de tijd om op de onderste twee punten een herstelbesluit te nemen, dat vervolgens weer beoordeeld wordt. In de media staat dat Nedmag een nieuw winningsplan moet indienen en dat het ministerie dat nieuwe winningsplan opnieuw moet beoordelen, maar dat is niet juist.
Het winningsplan 2018 is door deze uitspraak niet meer van kracht. Dat betekent dat we opereren op basis van het winningsplan uit 2013. Nedmag mag vooralsnog geen water injecteren om zout op te lossen. De nieuwe putten VE-5 en VE-7 kunnen nog niet ontwikkeld worden. De bovengrondse werkzaamheden op WHC-1 kunnen wel doorgaan.
Reactie Nedmag
“We zijn teleurgesteld dat het instemmingsbesluit van de minister is vernietigd. De goedkeuring voor het Winningsplan 2018 loopt hiermee opnieuw vertraging op. Wel zien we herstelmogelijkheden voor de punten waarop de rechter het instemmingsbesluit heeft tegengehouden.
Winningsplan 2018
Het winningsplan 2018 beschrijft hoeveel zout Nedmag wil gaan winnen vanaf de bestaande locaties, op welke manier Nedmag dat doet, en wat de gevolgen van zoutwinning zijn. Volg hier de link naar het winningsplan 2018 of naar een samenvatting van het winningsplan.